Particuliere beveiliging gaat de koopvaardij beveiligen. Goede zaak of niet?
Een meer genuanceerde titel leek mij meer op zijn plaats dan “Beveiliger mag schieten op piraten”, zoals Teletekst en NOS vrijdag 23 februari kopte. Die kogel raakte gelijk doel. De sector op scherp of toch (nog) niet? Het geweldsmonopolie dat tot vrijdag 23 februari 2018 het unicum van de Nederlandse Staat was is met de Wet ter Bescherming Koopvaardij definitief doorbroken, tenzij de Eerste Kamer anders besluit. Veel verandert er overigens voor de Particuliere Beveiliging niet. Er is geen verbinding met de reguliere wetgeving, WPBR, er zijn heel andere opleidingseisen en kwaliteitssystemen van toepassing. Daarnaast bepaalt voor iedere inzet de minister van Justitie of deze is toegestaan en dient de inzet eerst voorgelegd te worden aan Defensie met het verzoek dat zij de huidige gangbare bescherming verlenen.
Alleen als deze niet mogelijk is dan kan de Particuliere (maritieme) Beveiliging het overnemen. Zorgvuldige debatten, onderzoek en afstemming met het veld zijn voorafgegaan. Nederland is een van de laatste landen in Europa die deze stap neemt. Dus ja, waarom nog zo in het nieuws? Waarom zo veel jaren aan debat en zoeken naar invulling voor bescherming tegen piraterij? Zelfs onze VOC-periode passeert nog in de discussie (het roemruchte schip Batavia), maar ook de cowboys komen weer langs met de alom bekende kwaliteitseisen en economische spanningsboog tussen kwaliteit en prijs.
Zo belanden we op bekend terrein. Economisch belang blijkt ook nu een grote drijvende factor te zijn. Publieke middelen reiken niet tot aan de hemel en dus wordt gekeken naar privaat en daar kan het altijd goedkoper, sneller en efficiënter. Maar gaat dat ook op als het over geweldsmonopolie gaat? Mij houden vooral de vragen bezig rondom kwaliteit, opleiding, kosten, juridische verantwoordelijkheid en de werknemer/ondernemer die dit terrein betreedt. Voor de reguliere beveiliging is dit al een complexe wereld. Buiten-territoriaal met geweldsmonopolie, zal het zeker niet eenvoudiger zijn. Wat is vervolgens de uitstraling? Alleen al als je koppen in onze snelle informatievoorziening van heden ten dage ziet passeren? De beveiliger bevindt zich iedere dag voortdurend in het spanningsveld van geweld en veiligheid. Helder is dat een beveiliger gelijk staat aan een burger en geweldsoptreden verboden is. Maar goed ook in de huidige situatie. Beveiligers en bedrijven zouden in een heel ander daglicht komen te staan als er geweldsoptreden in welke vorm dan ook toegestaan zou zijn.
Het betreden van het geweldsmonopolie door de Particuliere Beveiliging is een nieuwe ontwikkeling. Een ontwikkeling die laat zien dat veiligheid en de bewaking daarvan om meer vraagt dan door de overheid geleverd wordt. De vraag die de sector het meest moet bezighouden nu is: wat komt hierna? Zijn we als sector klaar voor een snel veranderende toekomst? Of verandert er helemaal niet zoveel en gaan deze veranderingen heel sluipend met vele jaren van debat en onderzoek? En blijft het geweldsmonopolie voorbehouden aan de Staat zoals de wetgever het ook nu nog altijd formuleert? Immers de minister moet per keer toestemming verlenen.
Onze werkgroep Geweldsincidentie zal ik in ieder geval vragen de komende periode hier eens langer bij stil te staan.
Leo Vincken, directeur VBe NL